Theoretische onderbouwing
Het Griefelprogramma rust op een aantal theoretische fundamenten:
- Somatic Experiencing van Peter Levine & Maggi Kline; Polyvagale theorie van Stephen Porges et al. klik hier voor meer informatie (tabblad 1)
- Bruce Perry en het belang van ritme voor een kind klik hier voor meer informatie (tabblad 2)
- Hellendoorn et al met het communiceren binnen beelden (de beeldcommunicatie) klik hier voor meer informatie (tabblad 3)
- Kabat Zinn’s mindfulness klik hier voor meer informatie (tabblad 4)
Wat is stress en trauma volgens Somatic Experiencing (SE)?
Het werk van Peter Levine & Maggie Kline gaf ons een aanvulling op de manier waarop wij naar kinderen kijken. Om precies te zijn, wat de werking van het zenuwstelsel voor uitwerking heeft op het gedrag en het welzijn van kinderen. De polyvagale theorie van Stephen Porges sluit hier bij aan door (in)zicht te geven hoe ons autonome zenuwstelsel vorm geeft aan ervaringen en vermogens om al dan niet verbindingen aan te gaan. Met het gedrag van kinderen hebben wij voortdurend te maken. Voor ons is disregulerend gedrag een poging van het kind (volwassene) om zichzelf te beschermen. Van ons wordt een ontwikkelingsstimulerende reactie verwacht.
Dit verdient een uitleg, waarbij we als eerste stil staan bij de uitleg van stress. Omdat we werken met mensen, met kinderen hebben wij hier altijd in meer of mindere mate mee te maken. Het is een belangrijke ingang binnen het Griefelprogramma.
Stress is een reactie van het lichaam op een interne of externe prikkel. Oftewel, stress is een energievorm die wordt opgewekt en kan worden waargenomen in het lichaam (= gewaarwording). Dit hoort bij het leven en is onontkoombaar. In het Griefelprogramma wordt gesproken over gewaarwordingen, waar het ook sensaties genoemd zou kunnen worden. Gewaarwordingen geven een beschrijving van de fysieke gevoelens van het lichaam. Gewaarwordingen komen voort uit het oudste deel van ons brein, het reptielenbrein. Met gewaarwordingen wordt niet hetzelfde bedoeld als gevoelens. Aan een gewaarwording is nog geen betekenis verbonden. Een voorbeeld: het hart kan sneller kloppen wat de gewaarwording is. Een fysiek gevoel, een signaal in uw lichaam. Dat het hart sneller is gaan kloppen, kan door verschillende interne en/of externe prikkels komen. Het kan komen door het zien van die leuke jongen of meisje. Dan is de kans groot dat het sneller kloppend hart de betekenis krijgt die past bij een 'verliefd gevoel'. Als het hart sneller is gaan kloppen, omdat er een grote zwarte hond op u is af kwam rennen, dan zal het bijpassende gevoel eerder angst zijn.
Dus: een prikkel --> geeft een gewaarwording in het lichaam --> waar wij een betekenis aan kunnen geven, wat dan een gevoel weergeeft.
Meer concreet: hond die tanden laat zien --> laat hart sneller kloppen --> beleven we als angst
Gewaarwordingen zijn niet te voorkomen, evenmin als te voorkomen is dat we gevoelens ervaren als blijheid, boos zijn en verdriet. Juist deze gewaarwordingen vertellen ons hoe het met ons gaat. Ook kinderen ontkomen hier niet aan. Essentieel dus ook voor hen, deze zo vroeg en goed te (leren) verstaan. In hun ontwikkeling gebeurt er van alles dat hen stress/ spanning geeft, waarop hun zenuwstelsel reageert. Er is honger en natte luiers kort na de geboorte, pijn in de buik, het lekker snoepje dat hun neus voorbij gaat, tot ziekenhuisopnamen en/of andere gebeurtenissen die bij een kind allerlei sensaties kan oproepen. Misschien angst of paniek. Het autonome zenuwselsel reageert via verschillende systemen in ons lichaam op de sensaties in het lichaam en prikkels uit de omgeving. Dit gebeurt de hele dag door. Ons zenuwstelsel vertaalt de sensaties per direct in als veilig, gevaarlijk of levensbedreigend (neuroceptie). Deze onbewuste inschatting van het 'veilig zijn of in gevaar' zet een respons (gedrag) in gang. Is onze fysiologisch toestand zodanig dat we ons veilig voelen en in staat tot verbinding of wordt ons lichaam gemobiliseerd om middels vechten/vluchten weer naar die veilige en sociale toestand toe te bewegen? Als we het gevoel hebben dat we niet meer aan het gevaar kunnen ontkomen, raken we geimmobiliseerd. De weg terug naar veiligheid en contact, naar het ervaren van veiligheid en sociale betrokkenheid is dan geen eenvoudige.
Een overweldigende belasting van ons menselijk fysiologische systeem tast ons vermogen aan om contact met anderen aan te gaan (trauma). Patronen van verbinding worden namelijk vervangen door patronen voor (eigen) bescherming. Als die overlevingsresponsen niet worden opgelost, veranderen ze in gewoonte-patronen van het autonome zenuwstelsel. Dit heeft gevolgen voor de ontwikkeling van een kind.
De KUNST in het leven is, dat kinderen (en volwassenen) leren om op momenten van gevaar te overleven en op te bloeien op momenten waarin we veiligheid ervaren. Als dit afgewisseld kan worden, zal een kind veerkracht en weerbaarheid ontwikkelen. Daarvoor is het belangrijk dat wij kinderen zo jong mogelijk ondersteunen om te luisteren naar wat er gaande is in en rondom hun lichaam; hun overlevingsresponsen respecten en ze te helpen door zelfregulatie of co regulatie om weer tot rust, in evenwicht te komen. We kunnen kinderen ondersteunen om (overtollige) energie die vrij is gekomen en onvoldoende opgebruikt ten tijde van de mobilisatie, weg te leiden uit hun lichaam. Als dit namelijk niet gebeurt, slaat deze energie zich op in het lichaam met mogelijk negatieve gevolgen voor het algehele welzijn en ontwikkeling.
Het Griefelprogramma richt zich op het leren (h)erkennen van de gewaarwordingen, het leren verdragen/respecteren van de gewaarwordingen, leren 'verdragen' van contact door zelfregulatie of co regulatie, gekoppeld aan het in beweging leren brengen van (overtollige) energie en tot expressie brengen daarvan. Het Griefelprogramma reikt in verschillende onderdelen manieren aan, waarmee overlevingsresponsen worden uitgedaagd om te bewegen naar het weer kunnen gaan ervaren van veiligheid. Dit zoveel als mogelijk in samenwerking met voor het kind belangrijke volwassenen.
Leestips:
Peter A. Levine & Maggie Kline: Het weerbare kind ISBN 978 90 6963 854 6
Peter A. Levine: De stem van je lichaam ISBN 978 90 69639741
Peter A. Levine: De tijger ontwaakt ISBN 978 90 6963 754 9
Daniel J. Siegel & Tina Payne Bryson: Het hele brein, het hele kind ISBN 978 90 5594 228 2
Stephen Porges: De polyvagaaltheorie. De neurofysiologische basis van emotie, gehechtheid, communicatie, zelfregulatie ISBN 978 94 63160407
Deb Dana: De polyvagaal theorie in therapie. Het ritme van regulatie ISBN 978 94 6316043 8
Bruce Perry beschrijft het immense belang van ritme voor de mens in het algemeen maar voor het kind in het bijzonder. Ritme, herhaling en het ontstaan van patronen:de ontwikkelingsstimulerende en helende effecten zijn niet te onderschatten. Er is ook een ritme nodig om tot verbinding met andere mensen te komen. We hebben banden met anderen nodig. Daarvoor communiceert de mens met een ander en weer terug, zodat er een 'heen en weer' ontstaat. Als de signalen binnen deze comunicatie als veilig worden ervaren ontstaat verbinding. Als de signalen als gevaarlijk worden ervaren, ontregelen we en gaat ons systeem zich (onbewust) beschermen. Dit kan een breuk veroorzaken in de verbinding. Iets wat in relaties geregeld plaats vindt, ook tussen ouders en kinderen. Het is niet te vermijden. Belangrijk is het om deze breuken waar te (leren) nemen en te herstellen. Omdat op die manier we weer terecht kunnen komen in de toestand van verbondenheid; het ons veilig voelen.
In het Griefelprogramma komt dit terug in de ontwikkelingsgerichte houding en aanpak van de Griefelaar en op andere manieren in de structuur van de bijeenkomsten, zang, het gebruik van (ritme)instrumenten en het ritme in de taal door verhalen op rijm.
Leestip:
Bruce D. Perry & Maia Szalavitz: De jongen die opgroeide als hond. ISBN 978 90 559 452 90
Deb Dana: De polyvagale theorie in therapie. Het ritme van regulatie 978 94 6316 043 8
Hellendoorn heeft al intensief onderzoek gedaan naar communicatie met kinderen binnen het spel. Zij toonden aan dat het blijven binnen de beelden van het spel een kind onvermoede kansen bood om ervaringen te (her)beleven en een plekje te geven. Het Griefelprogramma blijft in haar speloefeningen binnen de beelden (duidt dus niet) en koppelt taal binnen de beelden in het hier-en-nu.
Leestip: Joop Hellendoorn et al: Beeldcommunicatie ISBN 90 6001 7102
De Mindfulness tenslotte heeft uitgebreid aangetoond hoe het gewaarworden in het hier-en-nu, het stil worden in jezelf, het aandachtsvol aanwezig zijn behulpzaam is bij het van spanning tot ontspanning komen, van opgewonden naar rustig en van fladderig naar gefocust. In het Griefelprogramma komt dit terug in het rustig liggen met een knuffel, een veertje om het kind in het hier-en-nu te houden dat over het gezicht of over de arm gaat en een zich herhalend rustig muziekje op de achtergrond. Letterlijk van fysieke spanning naar ontspanning.
Leestip: Susan S. Bögels & Kathleen Restifo: Mindful ouderschap. ISBN 978 94 014 004 04